Als Nederlander hoop ik op Bremain, als Brit op Brexit
- Jeroen van Gennep
- 18 jun 2016
- 4 minuten om te lezen
Door de ondoorzichtige economische gevolgen van een Brexit, wordt het thema immigratie voor Britse kiezers steeds belangrijker.
Verscheen eerder in De Volkskrant op 18 juni 2016 online
Beeld afp
Op 23 juni gaan de Britten naar de stembus voor de Brexit, het referendum over de vraag of Groot- Brittannië in de EU blijft of vertrekt. Twee thema's domineren het debat: de economie en immigratie.
"Als de economische impact van een Brexit zo moeilijk is om te overzien en de gut feelings over immigranten zo pregnant zijn, worden economische argumenten al snel volledig overschaduwd door de onrust over migratie."
Wat vooral opmerkelijk is aan de discussie in Groot-Brittannië is dat iedereen het erover eens is dat de economische consequenties van een Brexit groot zullen zijn, maar dat niemand zeker weet wàt die impact precies zal betekenen. Waar premier David Cameron, die er voorstander van is om bij de EU te blijven, vorig jaar mei dacht dat de strijd tussen Brexiteers en anti-Brexiteers een gelopen race was - in het voordeel van die laatste - ontplooit de campagne zich voor Cameron nu steeds meer als een Griekse tragedie. Het kamp van Brexiteers kan in de peilingen op steeds meer steun rekenen. 'Waar ging het mis?' zal Cameron zich ongetwijfeld afvragen.
De verkiezingswet die altijd heeft gegolden, is dat de partij die volgens de bevolking het beste in staat zal zijn om de economie te verbeteren de meeste stemmen krijgt. Maar nu, met het Brexit-referendum in aantocht, lijkt deze wet niet langer van kracht, en domineren onderbuikgevoelens over immigratie de keuze van veel kiezers.
Telraam
Zelf ben ik half-Brits, half-Nederlands. Ik woon hier, maar ik ben opgegroeid en ik heb gestudeerd in Engeland. Voor mijn werk ben ik daar nog wekelijks te vinden, en is het zeer interessant om de discussie over de Brexit zowel in Nederland als in Engeland te volgen. Wat in Nederland onderbelicht blijft, is dat het zowel het Ja-kamp als het Nee-kamp niet is gelukt om een helder antwoord te geven op de vraag wat een Brexit zal betekenen voor de Britse economie. Daardoor is het politieke debat veranderd in een spreekwoordelijk telraam. Voor - en tegenstanders van een Brexit doen er alles aan om zoveel mogelijk verschillende experts en instanties aan hun kamp te kunnen toegeven.
De anti-Brexiteers staat er in deze puntentelling momenteel het beste voor: het IMF, de OESO en negen Britse topeconomen geven aan dat een vertrek uit de EU een grote negatieve impact zal hebben op de economische groei, de werkgelegenheid en op het inkomen van de Britse bevolking. De Brexiteers staan ook hun mannetje; zij hebben acht gerenommeerde economen aan hun zijde die stellen dat de Britse economie het zonder EU-lidmaatschap juist beter zal doen. Elf tegen acht, dat is wat blijft hangen.
Over de directe gevolgen die een Brexit zal hebben voor de portemonnee van de Britten bestaat trouwens grote onduidelijkheid. Zo blijft Boris Johnson, oud-burgemeester van Londen en voorman van de Brexiteers, erop hameren dat Groot-Brittannië wekelijks 350 miljoen pond - ongeveer 440 miljoen euro - kwijt is aan de EU. Hij verkondigt dit zonder de zogeheten 'rebate', de teruggave van de EU aan lidstaten, te benoemen. Wanneer deze teruggave wordt meegenomen in de berekening, halveert het bedrag dat Groot-Brittannië wekelijks aan de EU verschuldigd is.
In het kamp van de anti-Brexiteers gaat het er echter niet heel veel beter aan toe. George Osborne, minister van Financiën, claimt dat Britse huishoudens er 4.300 pond op achteruitgaan wanneer een Brexit doorgang vindt. Hij baseert dit op een rapport van zijn eigen ministerie, maar datzelfde ministerie ontkracht Osborns bewering, en geeft aan dat de stelling simpelweg onjuist is.
Romantisch geloof
Het Brexit-debat is een strijd geworden van rapport tegen rapport, waarin de discussie over de economische gevolgen van een Brexit door een duizelingwekkende hoeveelheid variabelen voor de Britse bevolking eenvoudigweg niet meer te volgen is. Wat de uitkomst van het referendum ook zal zijn, de Britten zitten vast aan onvoorziene consequenties; een zorgelijke toestand voor een land dat net uit een zware recessie is geklommen.
Door de ondoorzichtige economische gevolgen, wordt het thema immigratie steeds belangrijker. De Brexiteers kunnen daardoor op veel steun rekenen van Britse burgers die klaar zijn met het vrije verkeer van persoon binnen de EU, en vooral klaar zijn met de Oost-Europese migranten die zich in Engeland vestigen. Brexiteers voeden dit sentimenten door een aanspraak te doen op onderbuikgevoelens, of zoals de Engelsen zouden zeggen: op gut feelings. Als de economische impact van een Brexit zo moeilijk is om te overzien en de gut feelings over immigranten zo pregnant zijn, worden economische argumenten al snel volledig overschaduwd door de onrust over migratie.
Als Nederlander hoop ik dat de Britten bij de EU blijven omdat zij op veel vlakken onze naaste bondgenoten in de Unie zijn. Maar de Brit in mij twijfelt. Niet vanwege harde feiten of onderbuik gevoelens, maar vanuit een dieper sentiment. Namelijk, het romantische geloof dat de Britten het ook (economisch) redden zónder EU-lidmaatschap. Want zoals het apocriefe verhaal - waarmee The Times ooit kopte: 'Fog in Channel, Continent isolated from Britain' - wil, heerst in Engeland het gevoel dat de EU de Britten harder nodig heeft dan vice versa.
Jeroen van Gennep studeerde political economy aan Oxford University en specialiseerde zich in economic voting.
Komentarze